headerimg

 

Frans en Anneke van Aerssen

Een zekere ”Jan” uit Arcen “emigreerde”: voor 1500 naar Venlo en werd aldaar ingeschreven als Jan van Arcen. Tijdens latere tijden veranderde deze naam nogal eens, nu wordt van Aerssen geschreven. Een nakomeling van deze Jan, Arnoldus, werd in 1634 te Venlo gedoopt en trouwde in 1660 te Grubbenvorst met Cordula Verberkt, gedoopt ca.1638. Arnoldus overleed in 1668 en de weduwe trouwde in 1669 met Johannes Rutten van de Aijense Sintelenberg. De tweede zoon uit het eerste huwelijk, Petrus van Aerssen, trouwde in 1690 met Catharina Rutten uit Maashees. Zodoende is dus Petrus van Aerssen de stamvader van de familie van Aerssen te Aijen. Deze Petrus van Aerssen kocht in 1695 van de zogenaamde Heerlijkheid, Well-Bergen-Aijen, de boerderij “Hermenshof” op de Kraakhut in Aijen voor 400 rijksdaalders. Deze boerderij werd in de oorlog verwoest. Jan Heldens bewoont nu de in 1953 nieuw gebouwde boerderij.

Een achter-achter-achter-kleinzoon van Petrus, Frans van Aerssen geboren in 1837, trouwde in 1876 met Wilhelmina Jacobs uit Aijen en ze gingen wonen in het VEERHUIS te Aijen. Dit was een boerderij-herberg met voetveer over de Maas. De zgn. ”tienden” (dit is 10% belasting van de oogst in natura) voor de Heerlijkheid, werden tot aan de ontbinding van de HEERLIJKHEID in 1904, in HET VEERHUIS betaald. De oudste zoon uit dit huwelijk, Sjaak, mocht gaan leren en werd onderwijzer te Arcen. Toen in 1913 de tram Venlo-Nijmegen tot stand kwam, werd Sjaak de eerste Inspecteur. De 3 dochters uit dit huwelijk trouwden met “boeren” uit Aijen en zoon Jan van Aerssen bleef In Het Veerhuis wonen.

Tijdens de 2de Wereldoorlog werden er paarden gesmokkeld, deze liet men over de Maas zwemmen. Jan van Aerssen was met de roeiboot behulpzaam en werd door de douane bestraft met 3 maanden “verblijf buiten de Staat van beleg” dus over de Maas of over de Duitse grens. Jan ging naar “NEUENHOF” in TWISTEDEN, alwaar een oom en tante “boerden” . Zodoende leerde hij zijn vrouw Maria Elisabeth Heuvens kennen op “SPETSHOF” in Klein Kevelaer. Ze trouwden in Twisteden in 1919, uit dit huwelijk werd Frans in Aijen geboren op 07-07-1920, daarna Piet op 03-02-1923 en Jo op 31-03-1927 (2 weken voor moeder Maria stierf). Tot zijn veertiende groeide Jo op bij tante Marie en Gerrit Josten aan de kapel in Aijen. Frans en Piet bleven wel thuis wonen. Na een middelbare landbouwopleiding ging Frans in 1941 bij de Voedselvoorziening in dienst. In deze bezettingsjaren leerde hij zijn vouw Anneke Timmermans kennen. Haar moeder kwam uit Bergen, zij woonde in Reuver, later in Horst-America en hielp tijdelijk in de huishouding bij Jan Taks op De Sintelenberg in Aijen. Frans en Anneke kwamen elkaar op de fiets tegen, keken beiden om en het was klik, liefde op het eerste gezicht. De periode in Aijen was voor Anneke slechts van korte duur. Ze werd ziek, kwam in het Venlose ziekenhuis terecht, werd geopereerd en moest daarna in bed blijven, bij haar zus Mien te Venlo. Vanwege een longaandoening kwam ze tenslotte in het sanatorium “Mariaoord” in Gennep terecht.

Nadat de geallieerden voor de Maas bleven steken, werd het hier frontgebied en de evacuatie naderde. Door Frans en enkele anderen werden plannen gesmeed om de Maas over te vluchten. Eerst werd geprobeerd om Anneke in Gennep per fiets op te halen, doch samen met wethouder Weys te Siebengewald werden beiden teruggestuurd, omdat de dokter er niet was. Op 7 december 1944 is Frans met 6 personen toch de Maas overgestoken naar het bevrijde gebied. Na een 2-daags verhoor bij de Civie Affairs in St.Anthonius waren de mannen “vrij”. Deels te voet deels met de fiets kwam Frans langs diverse omwegen in Baarlo terecht bij een broer van Anneke, die door de Duitsers was opgepakt. Medio februari 1945 ging Frans middels de Voedselvoorziening Baarlo-Weert naar de Heumense Molen in Mook, alwaar de gemeentehuizen van Gennep en Bergen waren ondergebracht. Maandag 5 maart 1945 ging Frans per fiets naar Siebengewald en de volgende morgen naar het verwoeste Aijen. Anneke was medio december 1944 met een paar kennissen vanuit Mariaoord naar Aijen gelopen naar haar oom en tante, een voettocht die 3 dagen duurde. Op zondag 7 januari 1945 is ze toen met alle inwoners van Aijen en Bergen geëvacueerd naar de Achterhoek, om op 14 mei 1945 terug te keren bij haar ouders die op de Sintelenberg verbleven. Op 1 oktober 1945 kwam Frans in dienst bij het pas opgerichte Rijksconsulentschap voor Grond- en Pachtzaken te Roermond, dit met als standplaats Bergen.

Na deze aanstelling konden plannen gemaakt worden om te trouwen en dit gebeurde 8 januari 1946. Frans zijn taak bij deze Rijksdienst was het adviseren op het gebied van grond- en pachtzaken in de ruimste zin. Adviezen aan gemeenten voor o.a het mee instellen van commissies voor grondzaken in de gemeenten en verder adviezen aan de grondkamer en aan particulieren. Een belangrijk werk voor Frans was het adviseren en verdelen van de “vijandelijke gronden”, dit waren tussen Venlo en Mook ruim 2000 ha. Tijdens de beginjaren 1950 is Frans met Dhr. Rein van Boven 125 keer in Den Haag voor de Raad van Rechtsherstel opgetreden als getuige-deskundige. Dit ging tegen de vroegere Duitse eigenaren van deze gronden op Nederlands grondgebied. Een geheel andere klus was het stimuleren van de verbouw van asperges op de lichte zandbedrijfjes in de gemeente Bergen. Een gemeentelijke commissie o.l.v. meester Koppers en Frans van Aerssen zou dit karwei uitvoeren. In de aspergestreek, Grubbenvorst e.o., werden de aspergeplanten gekocht en verdeeld onder de liefhebbers op het zand . Dit werd een groot succes, zie de vele aspergevelden. Eind 1950 werd deze Rijksdienst opgeheven en na nog enige tijd gewerkt te hebben bij de Cultuurtechnische Dienst, begon Frans een eigen taxatie praktijk. Bij het pas opgerichte Waterschap “Het Maasterras” werd door Frans van 1971 tot 1981 gewerkt waarvan de laatste 3 jaar als secretaris.

Op 16-1-1938 was Frans medeoprichter van het Aijense Gilde “St.Ant.Abt/St.Agatha en zat vanaf 1943 onafgebroken in het dagelijks bestuur, was 25 jaar voorzitter en de overige tijd secretaris-penningmeester en vaak beide tegelijk. Ook was Frans Beschermheer en Keizer van het Aijense Gilde. Op 17 januari 1951 werd door Frans, samen met het Gilde en de Aijense kerkmeester, zijn neef Gerrit Josten, de “Köpkesmert” in ere hersteld en samen met het kerkbestuur georganiseerd. Gerrit heeft deze “Köpkesmert” 35 jaar geleid. Toen deze in februari 1985 gehandicapt raakte heeft Frans vanaf 1986 als erevoorzitter/beschermheer deze taak op zich genomen en lange tijd deze taak waargenomen, tot Jan Linders het van Frans overnam.

Vanaf hun huwelijk hebben Frans en Anneke 6 jaar op de Sintelenberg gewoond. Begin 1952 was “Het Veerhuis” (na in de oorlog verwoest te zijn), in nieuwe stijl gereed en hebben Frans en Anneke dit overgenomen. Pasen 1952 vonden gedurende 2 weekenden schuttersfeesten plaats en werd de revue “Aijen gaat ’t begaaien” opgevoerd met o.a. scenes van Jan den Duvel. De feuilleton van Jan den Duvel verscheen in 66 hoofdstukken in het Dagblad voor Noord-Limburg. Later ook in de Maas-en Niersbode en de Gocher und Weezer Nachrichten. Nadien werd het boek “Jan den Duvel” geschreven. Samen met enkele collega’s werd in juni 1956 de “Zaal- en Caféhoudersbond” opgericht en werd Frans de eerste voorzitter. Het was de Caféhoudersbond “St.Willibrord”, die zich uitstrekte over de gehele gemeente Bergen en daar was Heijen toen ook nog bij.

In 1961 heeft Frans de zaal “Het Veerhuis” gebouwd, deze werd in augustus 1961 geopend. In Bergen zelf vreesde men concurrentie, reden waarom bij kapelaan Schreurs te Well een bijeenkomst werd belegd met alle verenigingen uit de parochie Bergen. Aldaar werd een besluit genomen, dat in Aijen geen plaats was om Carnaval te vieren? Dit diende centraal in (Oud) Bergen te gebeuren. Voor onze nieuwe zaal dreigde dit een fiasco te worden, reden waarom ook de Aijenaren zich gingen verzetten tegen deze plannen. Aan de tap in “Het VEERHUIS” werd in de morgen van 1 november (Allerheiligen) door Frans en Huub Tissen besloten in Aijen een Carnavalsvereniging op te richten. De volgende dag had in het café “Het Anker” bij Piet Wolters de oprichting plaats en werden het de “Aijense Sukerpinnen”. Deze naam werd gekozen omdat hier aan de loswal zoveel suikerbieten werden verscheept. Er werd een goed orkest voor de Aijense Carnaval gecontracteerd, wel duur maar dat mocht niet hinderen. Het waren “De PIPO’s” o.l.v. Theo Diepenbroek uit Mook, toen wonende in Cuijk/St.Agatha. De Aijense Carnaval werd een daverend succes, ook in 1963 kwamen “DE PIPO’s” weer naar Aijen en verder ook nog enkele jaren naar de kermis in September.

In mei 1967 werd “Het Veerhuis” verhuurd aan de “Brand” bierbrouwerij en enkele jaren daarna verkocht. In 1966 werd een bungalowtje gebouwd, richting de Maas. Op Koninginnedag 1979 werd Frans van Aerssen onderscheiden met de Eremedaille in Goud, verbonden aan de Orde van Oranje Nassau. Bij gelegenheid van het 50-jarig lidmaatschap dagelijks bestuur van het Aijense Gilde, werd Frans door Burgemeester Klaverdijk de gemeentelijke Zilveren FONTEIN aangeboden. Frans en Anneke hadden 1 dochter en een kleinzoon. Frans overleed 13 mei 2003 en Anneke overleed 3 februari 2008.